Wat moet je doen als je erbij wil zijn?
- Geboeid worden door poëzie.
- Bereid zijn je mening te geven over de gedichten die de revue passeren.
- In de bibliotheek zijn om 12.30 uur. De bibliotheekmedewerkers aan de balie wijzen je de weg.
donderdag 15 oktober 2009
Eerste keer.
Vandaag is het zover! De eerste samenkomst van onze nieuwe poëzieclub.
Wat moet je doen als je erbij wil zijn?
Wat moet je doen als je erbij wil zijn?
maandag 5 oktober 2009
Hg.1 : Het huwelijk.
Toen hij bespeurde hoe de nevel van den tijd
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard
en mat haar met den blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.
Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar tóch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in den weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man dien zij hun vader heetten,
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke' aanblik bood.
Rotterdam, 1910
(Elsschot, W., Verzameld werk. Amsterdam : Athenaeum, 2005, p.755)
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard
en mat haar met den blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.
Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar tóch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in den weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man dien zij hun vader heetten,
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke' aanblik bood.
Rotterdam, 1910
(Elsschot, W., Verzameld werk. Amsterdam : Athenaeum, 2005, p.755)
Halvelings gevost. heet jullie welkom.
Wij zijn blij je hier te mogen ontvangen. Maar wellicht vraag je je nog af waar je precies terecht bent gekomen. En wat hier te doen?
Halvelings gevost. is de naam van de nieuwe poëzieclub van de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB). Voor zover wij weten is het ook de eerste poëzieclub van de HUB. Ze is geboren in de laatste dagen van augustus 2009, uit de verrassend vruchtbare ontmoeting van twee HUB-medewerkers van campus Koningsstraat.
Het is onze bedoeling om vanaf het academisch jaar 2009-2010 maandelijks een uurtje samen te komen in de bibliotheek van campus Koningsstraat om over één of meer gedichten te praten. Onze eerste samenkomst is gepland voor donderdag 15 oktober 2009, daarna houden we de derde donderdag van elke maand vrij voor een gedicht.
Wat verwachten wij nu van jou? Dat je erop afkomt! Het staat je vrij de bibliotheek in te lopen en ons te vergezellen op de derde donderdag van de maand. Je leest best wel eerst het gedicht dat zeker zal besproken worden. Wij zullen dit gedicht vooraf bekendmaken en op deze blog plaatsen, zodat je geen enkele moeite hoeft te doen. Natuurlijk staat het je vrij om de bibliotheek te bezoeken wanneer je mar wilt. Wellicht vind je nog andere gedichten van dezelfde auteur, of andere dichters die eenzelfde thema hebben aangesneden. Verras ons. Maar bovenal: doe met ons mee!
Halvelings gevost. is de naam van de nieuwe poëzieclub van de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB). Voor zover wij weten is het ook de eerste poëzieclub van de HUB. Ze is geboren in de laatste dagen van augustus 2009, uit de verrassend vruchtbare ontmoeting van twee HUB-medewerkers van campus Koningsstraat.
Het is onze bedoeling om vanaf het academisch jaar 2009-2010 maandelijks een uurtje samen te komen in de bibliotheek van campus Koningsstraat om over één of meer gedichten te praten. Onze eerste samenkomst is gepland voor donderdag 15 oktober 2009, daarna houden we de derde donderdag van elke maand vrij voor een gedicht.
Wat verwachten wij nu van jou? Dat je erop afkomt! Het staat je vrij de bibliotheek in te lopen en ons te vergezellen op de derde donderdag van de maand. Je leest best wel eerst het gedicht dat zeker zal besproken worden. Wij zullen dit gedicht vooraf bekendmaken en op deze blog plaatsen, zodat je geen enkele moeite hoeft te doen. Natuurlijk staat het je vrij om de bibliotheek te bezoeken wanneer je mar wilt. Wellicht vind je nog andere gedichten van dezelfde auteur, of andere dichters die eenzelfde thema hebben aangesneden. Verras ons. Maar bovenal: doe met ons mee!
Abonneren op:
Posts (Atom)
Posts
